Opsplitsing maatschap. Beëindiging vastgoed vof. Verkoop bedrijfspand.

Zes fysiotherapeuten, 1 maatschap, 1 vastgoed vof. Ze hebben een langdurig conflict over de verkoop van hun bedrijfspand. Welke oplossing is er gevonden?


Essentie:
Zes fysiotherapeuten vormen driemaal een echtpaar (Man A + Vrouw A, Man B + Vrouw B en Man C + Vrouw C).

Na enkele jaren samenwerking in een gezamenlijke praktijk in de vorm van een maatschap, is ieder stel op een andere locatie ook een praktijk voor eigen rekening gestart.

Ze komen na drie jaar nog steeds niet uit de afwikkeling. Vier van de zes partijen (Man A, Vrouw A, Man B en Man C) zijn namelijk tevens vennoot in een Onroerend Goed Vennootschap (OGV). Deze vastgoed vof exploiteert het bedrijfspand van de maatschap met een aanschafwaarde van € 2.500.000,-.

Vrouw A heeft bij de oprichting € 250.000 aan de vastgoed vof ter beschikking gesteld, die ze heeft geleend van haar ouders. Het bedrijfspand staat inmiddels een jaar leeg. Er zijn geen huurders te vinden voor het pand. De vier vennoten twisten over de vraag of en voor welke prijs het pand verkocht mag worden en wie voor de terugbetaling van de lening van Vrouw A aansprakelijk is.

Omdat er geen besluiten meer werden genomen, heeft Man A heeft zich in 2014 eenzijdig als vennoot uit het register van de KvK laten uitschrijven. Hij vindt dat hij daarom geen vennoot meer is.

Belangen:
Iedereen heeft belang bij een heldere afwikkeling van de oorspronkelijke maatschap. De vier eigenaren willen hun verlies op de verkoop van het pand zoveel mogelijk beperken. Vrouw A wil in ieder geval dat de lening van haar ouders wordt afgelost, en dat alle vier de eigenaren daarvoor garant staan.

Resultaat:
De rol van de mediator was: emoties benoemen en de diverse standpunten in kaart brengen. Daarna konden we de belangen bespreken. Het grootste belang was dat er een lening bij een van de ouders van Vrouw A was aangegaan. Het niet aflossen zou grote financiële consequenties voor haar ouders hebben. Vrouw A zou bovendien gezichtsverlies leiden in haar familie.

Uiteindelijk wilde geen van de zes fysiotherapeuten dat de ouders van Vrouw A de dupe zouden worden van het niet slagen van de samenwerking. Alle partijen besluiten dan ook het gedane bod te accepteren, en het pand met verlies te verkopen. Iedere vennoot heeft zijn of haar verantwoordelijkheid genomen, zodat de lening aan de ouders volledig werd afgelost.
(bron : NM2018/11)